Blog Layout

Waar moet het accent in de aanpak van laaggeletterdheid op liggen?

nov. 03, 2023

Laat het me weten, dan geef ik het door.

Het programma ‘Tel mee met taal’ van de overheid heeft een prachtige intentie: het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid. Vanuit het programma worden subsidies verstrekt aan scholen, werkgevers en bibliotheken. Toch blijken instanties nog steeds niet erg succesvol in het bereiken van Nederlandstalige laaggeletterden.
Op dit moment is een verkenner in opdracht van het ministerie bezig met de resultaten van het programma om op basis daarvan te kijken wat er anders kan.

Vanuit mijn rol heb ik een aantal suggesties die ik mee ga geven. 

  • Incidenteel geld maakt een structurele aanpak lastig. Omdat de financiering een subsidie betreft, is er geen garantie dat organisaties dat volgend jaar weer krijgen. Zo hoor ik van directeuren van de bibliotheek dat zij personeel moeten aannemen om de aanpak van laaggeletterdheid uit te voeren zonder de zekerheid dat ze dit het volgende jaar ook weer kunnen betalen. Dat maakt het ontwikkelen van een structurele aanpak heel lastig. 
  • Aanpak van laaggeletterdheid is geen wettelijke taak. Gemeenten hebben wel de taak om mensen te helpen, maar niet om bij te dragen aan hun ontwikkeling. Daardoor wordt er vooral aan een korte termijnoplossing gewerkt. Zo helpt de sociale dienst mensen met het vinden van een baan, maar niet om te leren lezen zodat ze de veiligheidsinstructies op het werk kunnen lezen. En de schuldhulpverlener helpt mensen van hun schuld af te komen, maar niet hoe zij kunnen rekenen en verdere problemen kunnen voorkomen. Dat is water naar de zee dragen. Maak de aanpak van laaggeletterheid tot een wettelijke taak zodat er met mensen in de problemen gewerkt wordt aan een duurzame oplossing. En zorg dat tools die helpen om laaggeletterdheid te signaleren, zoals de taalmeter, verplicht worden. 
  • Bied ruimte voor werving. Bereik van de doelgroep is niet alleen op het vlak van laaggeletterdheid een probleem. Ook mensen in armoede, dreigende schulden, eenzaamheid, komen niet vanzelf naar aangeboden hulp toe. Biedt daarom ook ruimte bij de besteding van middelen om dit in te zetten op werving. 
  • Kom als organisatie uit je bubbel. Dit is wellicht mijn belangrijkste inzicht na 8 jaar onderzoek. Ga letterlijk naar buiten en maak verbinding met mensen die anders in het leven staan dan jij. Pas dan kun je beleid maken dat aansluit op de doelgroep. 


Heb jij aanvullende ervaringen, knelpunten of suggesties? Mail ze naar petra@socialeinnovatiestudio.nl, dan neem ik het mee.

14 feb., 2024
Hoe ga je van hulpvraag bij het IDO naar leervraag? Ben jij beleidsadviseur met laaggeletterdheid in je portefeuille of taalhuismedewerker? Dan wil ik je iets vragen. Hoe kan je mensen die hulp vragen bij internet, omgaan met computer en smartphone zover krijgen dat ze willen leren hoe ze hier zelf handiger in worden? Hoe weet jij of er behoefte is aan die zinvolle cursussen die jullie bieden zoals Digisterker en Klik & tik? En als iemand de naam ziet van een dergelijke cursus, snappen zij dan waar de cursus over gaat? Welke kansen zijn er om bezoekers van de hulppunten te motiveren om te leren? Om hier zicht op te krijgen, moet je met mensen in gesprek. Een thema waar je het over kunt hebben is wat mensen willen leren. Dan hoor je waar de behoefte ligt, maar ook welke woorden zij zelf gebruiken voor de dingen waar zij tegenaan lopen. Want wij hebben het vaak over gebrek aan digitale vaardigheden, maar dit zijn vast niet de woorden die de doelgroep zelf gebruikt. Die benoemen waarschijnlijk eerder de praktische dingen waar ze tegenaan lopen zoals: dat ze handiger willen worden in het gebruik van Google maps om de weg te vinden, of eindelijk dat online fotoboek willen maken. Een logische plek is het IDO In gesprek gaan dus, om erachter te komen hoe je hen kunt verleiden voor het aanbod. Een logische plek om dit te doen is het IDO, het informatiepunt digitale overheid. De mensen die hier komen om iets te vragen, hebben moeite met de digitale wereld. Hoe makkelijk is het om hen meteen te vragen, bijvoorbeeld aan iemand die komt voor hulp bij het invullen van een formulier: “Hoe zou het voor je zijn als je hier wat handiger in kan worden? Je kan hier allerlei leuke dingen leren in de bibliotheek.” Maar je kunt het ook creatiever aanpakken. Zelf heb ik samen met een aantal anderen met een soort Rad van Fortuin op de straat in Ede gestaan. Het rad is gemaakt door service designbureau Muzus. Op het rad stonden allerlei vragen op het gebied van wat je wil leren zoals: ken je mensen in je omgeving die iets aan het leren zijn? En waar kijk je graag naar op televisie? Dat leverde heel interessante gesprekken op. Zo’n rad heb je waarschijnlijk niet op zolder. Taalhuismedewerkers van bibliotheek Angstel, Vecht en Venen in de gemeente Stichtse Vecht bedachten hier het volgende op: zij schreven de vragen van het Rad op een groot vel genummerd en lieten voorbijgangers met een dobbelsteen gooien. Wees creatief En vraag het gewoon aan iedereen waar je mee in contact komt. Dat kan in de bibliotheek, in het gemeentehuis en op de markt. Maar dat kan ook een monteur zijn die je CV komt nakijken. Er zijn vast nog veel meer plekken die je kunt bedenken. Wees creatief! Wil je net als de bibliotheek Angstel, Vecht en Venen hier ook een masterclass in volgen? Mail mij op petra@socialeinnovatiestudio.nl
04 sep., 2023
Het blijkt behoorlijk lastig om mensen van andere organisaties te overtuigen om met jou samen te werken om laaggeletterden te bereiken. Terwijl je zoveel krachtiger bent als je de handen ineen slaat. We hebben allemaal de beste intenties, toch zijn we geneigd vooral te denken vanuit ons eigen aanbod en opdracht. Zo zie ik vaak taalhuiscoördinatoren die zeggen: ik heb deze waardevolle cursus, als laaggeletterden die zouden volgen, vergroot dat hun kansen in de samenleving enorm. Om die doelgroep te bereiken, heb ik andere organisaties en werkgevers nodig. Maar die zitten helemaal niet op mij te wachten. “Waarom kan ik niet meer voor hen doen?” Terwijl even verderop medewerker bij de dierenvoedselbank denkt: ik zie zoveel mensen die in de problemen komen omdat ze niet mee kunnen komen. Waarom kan ik niet meer voor hen doen? En nog een paar deuren verder zit een boekhouder die zich zorgen maakt over een aantal klussende zzp’ers die klant bij hem zijn. Hij ziet hen vaak te weinig factureren aan klanten en steeds brieven meenemen naar afspraken, omdat ze niet begrijpen wat ze ermee moeten. Hoe moet dat straks als zij mee moeten in de trend van het digitaliseren van de hele boekhouding? Ga uit van de winst voor de ander Al deze mensen zijn welwillend. En als zij hun krachten bundelen, zou dat ijzersterk zijn. Maar hoe overtuigt die taalhuiscoördinator die andere twee? In ieder geval niet door alleen maar te benadrukken hoe waardevol de cursussen zijn die zij organiseren bij de bibliotheek. Waarschijnlijk wel als hij of zij hen kan laten zien hoe dit een oplossing kan zijn voor waar zij tegenaan lopen? In gesprek gaan met als uitgangspunt: wat is de winst voor jou? De medewerker van de dierenvoedselbank is enorm geholpen als hij weet hoe hij de mensen goed door kan sturen naar een cursus. En die boekhouder vindt het vast heel prettig als hij zijn klanten een basiscursus boekhouding aan kan bieden. Dus: ontdek ook hoe je de win-win van samenwerking creëert in gesprekken. Meld je aan voor de masterclass samenwerking op vrijdag 29 september 2023 of woensdag 11 oktober 2023 (van 10:00 tot 12:30 uur). Voor de snelle beslissers (voor 15 september) is de prijs 89 euro incl btw. This is a subtitle for your new post
31 jan., 2023
Dit jaar was ik met de feestdagen in Twente. Daar eten mensen kniepertjes op oudjaar, een dunne, platte wafelkoek. De dag erna eten ze dezelfde koek, maar dan in opgerolde vorm. De gedachte erachter: op oudjaar weet je wat het jaar heeft gebracht en op nieuwjaarsdag moet het jaar zich nog ontrollen. Een mooie traditie. Mijn kniepertje brengt mooie projecten.
Share by: